De strijd van minister Carola Schouten
(Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen):

‘Nieuw pensioenstelsel is persoonlijker en transparanter, maar blijft collectief en solidair’

De nieuwe pensioenwet – die 22 december 2022 is aangenomen door de Tweede Kamer en 30 mei 2023 door de Eerste Kamer – is in de afgelopen tijd hét gespreksonderwerp geweest in politiek Den Haag. 

In commissiezalen en later ook in de plenaire zaal van de Tweede Kamer is al ruim zestig uur over het onderwerp gesproken, met minister Carola Schouten als strijdvaardig middelpunt.

Wat maakt het nieuwe stelsel voor haar zo belangrijk? Wat zijn de basisprincipes van de wet en van ‘het pensioen van straks’ die voor haar essentieel zijn? Tijdens het debat hierover in de Kamer gaf ze antwoord.

Ik ben bang dat we juist tegenover elkaar komen te staan op het moment dat we geen aanpassingen doen

Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Carola Schouten

Wat is in het kort het belang van deze wet?

“Dit wetsvoorstel is het resultaat van een langlopende maatschappelijke discussie. Al decennialang, zelfs nog voordat ik zelf in de Tweede Kamer zat, werd onderkend dat het huidige pensioenstelsel tegen zijn grenzen aanloopt. Dat debat kwam echt op gang na de financiële crisis van 2008.

Toen werd pijnlijk duidelijk dat pensioenfondsen niet of nauwelijks konden voldoen aan hun verplichtingen en aan de wens om de koopkracht van gepensioneerden op peil te houden. Iedereen zag toen ook dat ons pensioenstelsel niet meer doet wat het eigenlijk zou moeten doen.

Mensen werken niet meer 40 jaar bij één baas. Het is vaak ondoorzichtig hoe de ingelegde premies zich verhouden tot de pensioenuitkering. De belofte om pensioenen te verhogen kon zeker in de afgelopen jaren vaker niet dan wel worden waargemaakt.”

Hoe kijkt u aan tegen de spanning tussen zekerheid van een nominaal pensioen en de noodzaak om te compenseren?

“Ons huidige pensioenstelsel is ingericht op basis van nominale zekerheid. Daar zijn alle wetten en regels die de politiek heeft vastgelegd, op ingericht. Om die zekerheid te kunnen bieden, zijn er buffers nodig, hoge buffers. De keerzijde daarvan is echter dat pensioenen veelal de prijzen in de supermarkt niet kunnen bijhouden. Het vinden van een nieuw evenwicht daarin is een van de redenen waarom dit wetsvoorstel een lange aanloop kent. 

Want iedereen wil het liefst allebei: én zekerheid, én koopkrachtbehoud. Maar dat is erg duur. Het huidige pensioenstelsel kan dat ook niet waarmaken, met als resultaat een aanhoudende uitholling van de koopkracht van de pensioengerechtigden. Dat ondergraaft het vertrouwen bij deelnemers en pensioengerechtigden.”

Het huidige stelsel heeft zo z’n problemen…

“De voortdurende discussie over de rekenrente heeft ook als gevolg dat iedereen zich tekortgedaan voelt. Pensioengerechtigden ontvangen niet het koopkrachtbestendige pensioen waar zij op rekenden en bij veel jonge deelnemers leeft het idee dat hun premies worden gebruikt voor het huidige pensioen, waardoor er voor hen geen pensioenvermogen meer is wanneer zij met pensioen gaan. Als we kijken naar de aanspraken van de afgelopen vijftien jaar, dan zien we dat die alleen maar zijn toegenomen, terwijl er nauwelijks is geïndexeerd. Ook de vergrijzing heeft hier invloed op.”

“Naast zekerheid en koopkrachtbehoud is betaalbaarheid daarom een belangrijk vraagstuk voor de toekomstbestendigheid van het pensioenstelsel. Commissies zagen dat er door de ontwikkelingen op de financiële markten en de vergrijzing een kloof ontstond tussen wat mensen van hun pensioenfonds verwachtten en wat hun pensioenfonds kon leveren. Die ontwikkelingen hebben zich sindsdien voortgezet. Dat geldt ook voor het maatschappelijk debat over pensioenen, dat uitgebreid gevoerd is. Uiteindelijk resulteerde dit in het pensioenakkoord van 2019 en 2020.”

“Alle tussentijdse adviezen over het pensioenstelsel kennen eigenlijk dezelfde aanleiding en wens, namelijk dat er voor een toekomstbestendig en solidair pensioenstelsel een nieuw evenwicht nodig is tussen ambitie, zekerheid en betaalbaarheid. Om dat evenwicht te vinden moeten dilemma’s afgewogen worden en keuzes worden gemaakt. Kun je een zeker en hoog pensioen garanderen, en tegen welke prijs dan? En wat betekent dat voor toekomstige generaties?”

 

Waarom is het nieuwe stelsel een antwoord op deze problemen?

“Dit wetsvoorstel geeft invulling aan dat nieuwe evenwicht. Pensioenen kunnen eerder meestijgen wanneer het goed gaat. De logische keerzijde is dat ze ook eerder omlaag kunnen wanneer het tegenzit. We hebben schokdempers ingebouwd om dat laatste zo veel mogelijk te voorkomen. Dat is het eerlijke verhaal. Dat is ook de afruil die je moet maken, want we kunnen niet zomaar ergens geld vandaan toveren. Daar moeten we ook eerlijk in zijn.”

“Een andere belangrijke reden voor het nieuwe pensioenstelsel is de brede maatschappelijke wens om het pensioenstelsel persoonlijker en transparanter vorm te geven en om tegelijkertijd collectiviteit en solidariteit te behouden. In het huidige pensioenstelsel lopen de pensioeninleg en de pensioenopbouw uit elkaar. In jonge jaren leg je doorgaans meer in dan je opbouwt. In latere jaren ontvang je meer pensioenopbouw voor minder inleg, de zogenaamde doorsneesystematiek. Dat is moeilijk uit te leggen en maakt het pensioen bovendien niet transparant. Hoe de premie zich vertaalt in een pensioenuitkering is lastig te volgen.”

“Het is persoonlijker en transparanter, maar het blijft collectief en solidair. In het nieuwe pensioenstelsel leg je samen met je werkgever pensioenpremie in en wordt daar rendement op gemaakt door jouw pensioenfonds. Dat samen is je pensioenopbouw. Daarmee wordt het pensioen inzichtelijker voor deelnemers. Het blijft collectief, omdat werknemers en werkgevers samen pensioenpremie inleggen in pensioenfondsen. Pensioenfondsen blijven collectief beleggen. Er worden ook net als nu risico’s gedeeld binnen en tussen generaties. Zo kunnen we garanderen dat het pensioen levenslang blijft. Aangezien we tegenwoordig allemaal wat ouder worden, is dat een groot goed.”

Welke problemen veroorzaakt de hoge inflatie?

“De huidige, zeer hoge inflatie heeft flinke gevolgen voor de koopkracht van huishoudens. Mensen hebben moeite om hun rekeningen te betalen. Het zijn daarom lastige tijden, waardoor ook de vraag rijst: waarom moet die hervorming nu? Maar deze hervorming gaat om de toekomstbestendigheid van het pensioenstelsel. Het gaat erom de kwetsbaarheden van het huidige stelsel te verhelpen. Die kwetsbaarheden zijn ook nu zichtbaar. Ook vindt de transitie niet van vandaag op morgen plaats. Het is een zorgvuldige transitie, die een aantal jaar loopt. We zien dat de reguliere regels van het pensioenstelsel, zelfs nu de rente weer stijgt, niet goed bestand zijn tegen de huidige omstandigheden. De dekkingsgraden stijgen, maar met de huidige pensioenregels is er nog steeds nauwelijks ruimte om de pensioenen te verhogen. Dat komt doordat we zekerheid beloven. Dat is dus een blijvende uitdaging.”

“Het eerlijke verhaal is ook dat de hoge inflatie voor ieder kapitaal gedekt stelsel een uitdaging is. Maar in het nieuwe stelsel zijn er meer manieren om beter met inflatie om te gaan, om deelnemers beter tegen stijgende prijzen te beschermen. Zo kun je bijvoorbeeld de solidariteitsreserve gericht gebruiken wanneer de inflatie hoger is dan verwacht. Die kun je gebruiken om de ingegane pensioenen op peil te houden.”

“Deze wet is ook een reflectie of een uitwerking van het pensioenakkoord, dat door meerdere politieke partijen is ondertekend maar ook door de sociale partners. Dus het is een wet die niet alleen van ons is. Het is eigenlijk een brede maatschappelijke wet.”


Sommige deelnemers van pensioenfondsen hebben moeite met de onzekerheid

“Ik heb gezegd: het eerlijke verhaal is dat het eerder omhoog kan, maar dat het ook eerder omlaag kan. Tegelijkertijd hebben we allerlei mechanismen ingebouwd om als het omlaaggaat, dat te dempen en om dat ook heel geleidelijk uit te spreiden. We hebben een spreidingstermijn van tien jaar. We hebben een solidariteitsreserve, die ook kan voorkomen dat die kortingen plaatsvinden door daaruit te putten voor een aanvulling. Op die manier proberen we ervoor te zorgen dat mensen ook eerder zicht krijgen op verhoging van hun pensioen ten opzichte van de huidige situatie en dat, als er kortingen plaatsvinden, dat ook gematigd gebeurt of dat er in ieder geval wordt gekeken of dat nog voorkomen kan worden. Maar ik wil nog wel benadrukken dat er in het huidige stelsel ook geen zekerheid is dat er niet gekort gaat worden. Als je pensioenfonds een lage dekkingsgraad heeft, zal ook daar sprake van zijn.”

“Ik geloof dat ons pensioenstelsel juist meer solide wordt door dit stelsel en dat mensen juist zeggen: inderdaad, het pensioen dat ik nu krijg, kan ik volgen en gaat mee met de economische situatie. Ik geloof dat er daarmee juist meer draagvlak blijft bestaan voor ons pensioenstelsel.”

“Ik ben bang dat we juist tegenover elkaar komen te staan op het moment dat we geen aanpassingen doen. We moeten aanpassingen doen die meer zicht geven op de verhogingen van pensioenen. De jongeren zeggen: wat is solidariteit eigenlijk waard in dit stelsel, aangezien ik alleen maar voor ouderen betaal? En ouderen zeggen: ik vang alleen maar de renteklappen op voor de jongeren. Dan kun je misschien wel het einde van ons pensioenstelsel krijgen. Dat wil ik echt voorkomen. Daarom geloof ik dat deze maatregelen nodig zijn.”

Noot van de redactie – hoe zit dat bij Pensioenfonds ING?

Bovenstaand artikel is een algemene beschouwing over het nieuwe pensioenstelsel. Sommige aspecten gelden niet, of in mindere mate, voor Pensioenfonds ING, omdat er geen pensioenpremies meer worden betaald door deelnemers en werkgevers; het is een gesloten Fonds waarin geen nieuwe deelnemers instromen.

Pensioenfonds ING is een financieel gezond Fonds met de ambitie van een zo waardevast mogelijk pensioen. Er was én is voldoende financiële ruimte om de pensioenen te kunnen verhogen.