Deelnemers van Pensioenfonds ING zijn bijgepraat door experts

Webinars:
het nieuwe pensioenstelsel

Op donderdag 2 maart 2023 hebben we twee online webinars georganiseerd (een voor deelnemers en een voor gepensioneerden). Experts van Pensioenfonds ING hebben een groot aantal deelnemers live bijgepraat over de laatste ontwikkelingen rondom het nieuwe pensioenstelsel. 

U kunt beide webinars nu terugkijken. Pensioengerechtigden stelden andere vragen dan deelnemers in en uit dienst. U heeft daarom de keus om het webinar terug te kijken dat het beste bij uw situatie past.

Het webinar terugkijken

Het webinar voor pensioengerechtigden terugkijken:
Het webinar voor deelnemers in en uit dienst terugkijken:

De meest gestelde vragen tijdens de webinars

Kosten

Over de hoogte van de kosten en de verdeling daarvan worden nog afspraken gemaakt. Vergeleken met de omvang van het vermogen van pensioenfondsen zullen de kosten beperkt zijn en hebben deze geen significante invloed op de hoogte van de pensioenen van deelnemers.

Risico's

Wij verwachten dat een transitie juist zal leiden tot meer zekerheid over de juistheid van de administratie. Voorafgaand aan de transitie wordt de administratie nog een keer extra goed gecheckt. De transitie van de pensioenen zelf staat vervolgens onder onafhankelijk toezicht van de externe accountant en de externe actuaris. En ook na een transitie blijft er versterkte aandacht voor de juistheid van de administratie.

Nieuwe regeling

In het nieuwe pensioenstelsel kunt u dezelfde keuzes maken als nu. Deze vindt u op onze website. Daarnaast komt er een nieuwe keuze waarbij u maximaal 10% van uw pensioen in een keer kunt opnemen. Als Pensioenfonds ING overgaat naar het nieuwe stelsel voorziet het Fonds geen persoonlijke keuzes in beleggingsproducten of risicoklasses.

Nee, er kunnen geen privé-polissen worden toegevoegd aan uw pensioenregeling bij Pensioenfonds ING.

Bij een overgang naar het nieuwe pensioenstelsel bestaan er twee keuzes: overgaan naar de flexibele premieregeling of overgaan naar de solidaire premieregeling. Bij een eventuele overgang gaat Pensioenfonds ING uit van de solidaire premieregeling. Bij de solidaire premieregeling worden de risico’s net als nu collectief gedeeld.

Dat betekent dat u net als in het huidige stelsel niet uw eigen beleggingsbeleid kunt voeren. Uw mening over het beleggingsbeleid telt wél. Via een zogenaamd risicobereidheidsonderzoek kijken wij elke vijf jaar wat de risicobereidheid van onze deelnemers is. Het Bestuur is vervolgens verplicht om het beleggingsbeleid af te stemmen op de risicobereidheid van de deelnemers. Het is immers uw pensioengeld.

In het nieuwe pensioenstelsel zal het belegggingsbeleid inderdaad per leeftijdsgroep worden vastgesteld. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat voor jongere deelnemers meer beleggingsrisico wordt genomen dan voor oudere deelnemers. Maar in hoeverre dit zal gelden, hangt af van het zogenaamde risicobereidheidsonderzoek. In dat onderzoek, dat pensioenfondsen verplicht elke vijf jaar uitvoeren, wordt aan de deelnemers gevraagd (per leeftijdsgroep) wat hun voorkeuren zijn ten aanzien van beleggingsrisico. Het Bestuur moet het beleggingsbeleid vervolgens daarop afstemmen. Op die manier moet het beleggingsbeleid per leeftijdsgroep in lijn zijn met de voorkeuren van die groep.

Vooropgesteld, er is nog niets besloten. De werkgevers en de vakbonden hebben hierbij de zwaarste stem. Zij bepalen of ze Pensioenfonds ING verzoeken om over te gaan naar het nieuwe pensioenstelsel en naar welke regeling: de solidaire premieregeling of de flexibele premieregeling. Bij een eventuele overgang gaat Pensioenfonds ING uit van een solidaire premieregeling. Die regeling geeft de meeste zekerheid op een stabiel en waardevast pensioen, omdat deze regeling de mogelijkheid geeft om beleggingsrisico’s met elkaar te delen.

De regeling voor opname van ‘Bedrag ineens’, betekent dat u – als u volledig of gedeeltelijk met pensioen gaat – een deel van uw pensioen (maximaal 10%) direct kunt opnemen en uitgeven. Gebruikmaken van deze keuzeoptie kan uitsluitend op die momenten. Gaat u eerder met pensioen dan de ingangsdatum van de wet, dan kunt u dus helaas geen gebruikmaken van het bedrag ineens. Waarschijnlijk gaat de wet in per 1 januari 2024. We houden u op de hoogte via onze website. Hier leest u meer over de voor- en nadelen van deze keuze.

Zie verder.

Hierin verandert vooralsnog niets: bij scheiding zal (net als nu) een ‘bijzonder nabestaandenpensioen’ worden toegewezen aan de ex-partner.

Nee. Net als nu ontvangen nabestaanden bij overlijden van de deelnemer een nabestaandenpensioen en eventueel een wezenpensioen. Bij overlijden vóór de pensioendatum zal dat het huidige nabestaandenpensioen zijn, bij overlijden ná de pensioendatum zal het het nabestaandenpensioen zijn waar u bij pensionering voor kiest (bijvoorbeeld 70% van uw ouderdomspensioen). Net als nu kunt u er samen met uw partner voor kiezen om een deel van het ouderdomspensioen om te ruilen voor nabestaandenpensioen, of andersom.

Niet rechtstreeks, wel indirect: het Bestuur van Pensioenfonds ING moet elke vijf jaar een zogenaamd risicobereidheidsonderzoek uitvoeren. In dat onderzoek wordt aan de deelnemers per leeftijdsgroep gevraagd wat hun voorkeuren zijn ten aanzien van beleggingsrisico. Het Bestuur moet het beleggingsbeleid vervolgens daarop afstemmen. Op die manier moet het beleggingsbeleid, per leeftijdsgroep, in lijn zijn met de voorkeuren van die groep.

Het Bestuur verwacht niet dat het beleid wezenlijk zal veranderen. De beleggingsrisico’s zijn vóór of ná de transitie niet anders. Maar hoe het beleggingsbeleid er uit zal zien, hangt ook af van het zogenaamde risicobereidheidsonderzoek. In dat onderzoek, dat het Fonds elke vijf jaar verplicht moet uitvoeren, wordt aan de deelnemers per leeftijdsgroep gevraagd wat hun voorkeuren zijn ten aanzien van beleggingsrisico. Het Bestuur moet het beleggingsbeleid vervolgens daarop afstemmen. Op die manier moet het beleggingsbeleid, per leeftijdsgroep, in lijn worden gebracht met de voorkeuren van die groep.

Nee, uw pensioenleeftijd bij Pensioenfonds ING verandert niet. U kunt de ingangsdatum net als nu ook aanpassen. Meer daarover leest u hier: https://www.pensioenfondsing.nl/ik-ben-nog-niet-met-pensioen/keuzemogelijkheden/Nee, uw pensioenleeftijd bij Pensioenfonds ING verandert niet. U kunt de ingangsdatum net als nu ook aanpassen. Meer daarover leest u hier: https://www.pensioenfondsing.nl/ik-ben-nog-niet-met-pensioen/keuzemogelijkheden/

Alle huidige keuzemogelijkheden bij Pensioenfonds ING blijven bestaan. Welke dit zijn, leest u op: https://www.pensioenfondsing.nl/ik-ben-nog-niet-met-pensioen/keuzemogelijkheden/.

Daarnaast komt er een extra keuze om een bedrag ineens op te nemen: https://www.pensioenfondsing.nl/nieuws/2023/januari/bedrag-ineens-opnemen-waarschijnlijk-vanaf-2024/.

Indexatie

Bij een eventuele overgang van Pensioenfonds ING naar het nieuwe pensioenstelsel gelden er andere regels voor wat betreft indexatie. Uw pensioen volgt dan niet langer de collectieve loonsverhogingen die binnen de cao’s worden afgesproken of de (afgeleide) prijsindex. Eventuele verhoging van uw pensioen is dan afhankelijk van de beleggingsopbrengsten. Pensioenfonds ING wil streven naar minimaal de (prijs)inflatie, maar bij hogere beleggingsopbrengsten kan ook het meerdere in de vorm van pensioenverhoging worden gegeven. Kortom: indexatie is dan inderdaad niet meer gemaximeerd.

Bij een eventuele overgang van Pensioenfonds ING naar het nieuwe stelsel gelden er geen verschillende indexatiesoorten meer; de regels voor indexatie veranderen dan. Niet langer volgt uw pensioen dan de collectieve loonsverhogingen die binnen de cao’s worden afgesproken of de (afgeleide) prijsindex. Eventuele verhoging van uw pensioen wordt afhankelijk van de beleggingsopbrengsten. Pensioenfonds ING wil streven naar minimaal de (prijs)inflatie, maar bij hogere beleggingsopbrengsten kan ook het meerdere in de vorm van pensioenverhoging worden gegeven.

Nee, niet direct. Hoewel de wet wel (naar verwachting) 1 juli 2023 ingaat, moeten sociale partners dan nog beslissen of ze Pensioenfonds ING verzoeken om over te gaan naar het nieuwe pensioenstelsel. Als het zover komt, duurt het nog tot in 2026 voordat de omzetting plaatsvindt.

Uitvoering

Er zijn op dit moment geen plannen voor samenvoeging van de fondsen.

Hoogte nieuwe rechten

Bij een eventuele overgang naar het nieuwe pensioenstelsel wordt een deel van de buffers van Pensioenfonds ING toegekend aan ieders individuele pensioenpotje. Daarmee wordt uw pensioen dus verhoogd. Het is echter nog te vroeg om aan te geven welke percentages dit betreft. Pas na een verzoek van de sociale partners (werkgevers en vakbonden) om over te gaan naar het nieuwe stelsel zullen deze berekeningen worden gemaakt. Iedere deelnemer ontvangt daarna een persoonlijk financieel overzicht van Pensioenfonds ING met daarin een toelichting. Er wordt ook bij een eventuele overgang een buffer aangehouden om slechtere economische tijden op te vangen. Dat is nu zo en dat zal ook bij een eventuele overgang naar het nieuwe stelsel het geval zijn. Garanties zijn er zowel in het huidige als nieuwe stelsel niet te geven, maar wij verwachten dat een extra verhoging van uw pensioen sneller mogelijk zal zijn.

Vooropgesteld: eerst zullen sociale partners (werkgevers en vakbonden) moeten beslissen of ze Pensioenfonds ING verzoeken om over te gaan naar het nieuwe pensioenstelsel. Als het zover komt, zult u vervolgens nog een tijd geduld moeten hebben. Pas op het moment van de daadwerkelijke omzetting (bij een overgang gepland voor medio 2026) is de hoogte van de dekkingsgraad bekend. Die hoogte is bepalend voor de precieze omvang van elk persoonlijk pensioenpotje.

Vooropgesteld: eerst zullen sociale partners (werkgevers en vakbonden) moeten beslissen of ze Pensioenfonds ING verzoeken om over te gaan naar het nieuwe pensioenstelsel. Als het zover komt, zult u vervolgens nog een tijd geduld moeten hebben. Pas op het moment van de daadwerkelijke omzetting (bij een overgang gepland voor medio 2026) is de hoogte van de dekkingsgraad bekend. Die hoogte is bepalend voor de precieze omvang van elk persoonlijk potje en daarmee ook van het pensioen. Uw pensioen zal naar verwachting zeker niet lager zal zijn dan het huidige bedrag: Pensioenfonds ING heeft in de afgelopen jaren nooit een dekkingsgraad onder de 100% gehad.

Dat kunnen we helaas nu nog niet precies vertellen. Vooropgesteld: eerst zullen sociale partners (werkgevers en vakbonden) moeten beslissen of ze Pensioenfonds ING verzoeken om over te gaan naar het nieuwe pensioenstelsel. Als het zover komt, zult u vervolgens nog een tijd geduld moeten hebben. Pas op het moment van de daadwerkelijke omzetting (bij een overgang gepland voor medio 2026) is de hoogte van de dekkingsgraad bekend. Die hoogte is bepalend voor de precieze omvang van elk persoonlijk potje en daarmee ook van het pensioen. De huidige positie is zeer goed (dekkingsgraad van meer dan 150%), het is de kunst die dekkingsgraad ook zo goed mogelijk op peil te houden richting 2026.

De verwachting is gunstig voor alle groepen. Niettemin geldt dat het nieuwe pensioenstelsel erop gericht is dat deelnemers meer van de huidige buffer zelf verbruiken en minder daarvan ‘onverbruikt’ doorgeven. Bij langdurig slechte beleggingsresultaten betekent dit dat de relatief jongere deelnemers hierdoor geraakt kunnen worden. Kortom: hoewel de verwachting voor alle groepen positief is, verschuiven de risico’s hierdoor naar de jongere deelnemers. Het Bestuur zal hier ook aandacht aan geven als het vermogen verdeeld wordt over leeftijdsgroepen.

De uitgangspunten zijn de reguliere grondslagen van het Fonds, dat wil zeggen: de dan geldende actuele marktrente en de actuele levensverwachting (inclusief fondsspecifieke correctie). Deze zullen niet anders zijn dan als het Fonds in het huidige FTK-stelsel zou blijven.

Overgaan of niet?

Vooropgesteld: er is nog geen sprake van overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Belangrijk om daarbij aan te geven is dat niet Pensioenfonds ING, maar de sociale partners (werkgevers en vakbonden) de zwaarste stem hebben als we praten over een eventuele overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Zij besluiten of ze Pensioenfonds ING zullen verzoeken om over te gaan naar het nieuwe stelsel. Pensioenfonds ING vindt het belangrijk om de consequenties van een eventuele overgang ruim op tijd in kaart te hebben. Het Fonds streeft naar een waardevast pensioen voor al zijn deelnemers: ook in het nieuwe pensioenstelsel. We hebben daarom verschillende berekeningen laten maken met diverse scenario’s. Ook kijken we naar de mogelijkheden die het nieuwe stelsel biedt. Bij het niet overgaan naar het nieuwe stelsel ziet het Bestuur een aantal nadelen. Ten eerste dat er dan mogelijk veel geld ‘onbesteed’ in het Fonds achterblijft (waar we alle buffers in het nieuwe stelsel wel kwijt kunnen). Ten tweede de toekomstbestendigheid van de regeling: het Bestuur is bezorgd dat het op termijn niet meer vanzelfsprekend is dat de huidige pensioenregeling uitgevoerd kan worden, als ‘regeling uit het verleden’.

Pensioenfonds ING vindt het belangrijk om de mening van deelnemers te betrekken bij een eventuele overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Daarom organiseert het Fonds gesprekken met deelnemers en er zal een raadgevende deelnemerspeiling komen. We begrijpen dat een eventuele overgang veel mensen onzeker maakt. Deelnemers weten immers wat ze hebben, maar niet wat ze krijgen. Het Bestuur van het Fonds heeft zich goed laten informeren en er zijn diverse scenario’s onderzocht en verschillende berekeningen gemaakt. Ook is er gekeken naar de extra mogelijkheden die het nieuwe stelsel biedt. Met deze informatie aan de hand is het Fonds eind 2022 gestart met een informatiecampagne. Daarmee hoopt het Fonds te bereiken dat deelnemers een gefundeerd oordeel kunnen geven. Of een overgang naar het nieuwe stelsel breed gedragen wordt, zal duidelijk worden als de uitkomsten van de deelnemersgesprekken en de peiling later dit jaar zullen worden gepubliceerd.

Pensioenfonds ING is een gesloten pensioenfonds. De juridische status van het Fonds wijzigt niet als het nieuwe pensioenstelsel van kracht wordt. In het wetsvoorstel is het ook mogelijk voor gesloten fondsen om over te gaan als de sociale partners (werkgevers en vakbonden) daarvoor een verzoek doen. Dit is alleen mogelijk als er nog een werkgever verbonden is aan het Fonds en dat is bij Pensioenfonds ING het geval.

Dat weten we nu nog niet: niet Pensioenfonds ING, maar de sociale partners (werkgevers en vakbonden) hebben de zwaarste stem als we praten over een eventuele overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Zij besluiten of ze Pensioenfonds ING zullen verzoeken om over te gaan naar het nieuwe stelsel.

Garantie

In het huidige stelsel zijn pensioenen evenmin gegarandeerd als in het nieuwe stelsel. Pensioenfonds ING heeft ook nu de mogelijkheid om pensioenen te korten, als dit als uiterste redmiddel nodig mocht zijn. Maar dit was tot nog toe hypothetisch: de dekkingsgraad van Pensioenfonds ING is in de afgelopen jaren nooit in de gevarenzone geweest. Ervan uitgaande dat dit de komende jaren evenmin het geval zal zijn, is de kans dat u in het nieuwe stelsel lager zou uitkomen dan uw huidige pensioen klein.

In het huidige stelsel zijn pensioenen evenmin gegarandeerd als in het nieuwe stelsel. Pensioenfonds ING heeft ook nu de mogelijkheid om pensioenen te korten, als dit als uiterste redmiddel nodig mocht zijn. Maar dit was tot nog toe alleen denkbeeldig: de dekkingsgraad van Pensioenfonds ING is in de afgelopen jaren nooit in de gevarenzone geweest. Ervan uitgaande dat dit de komende jaren evenmin het geval zal zijn, is de kans dat u in het nieuwe stelsel lager zou uitkomen dan uw huidige pensioen klein. Het ontwerp van het nieuwe stelsel is er vervolgens sterk op gericht om minder geld ‘op te sparen’ en in plaats daarvan aan de deelnemers te geven. Uiteraard betekent dit wel dat risico’s vanaf dan sterker bij de deelnemers worden neergelegd. Immers, als we minder bescherming aanhouden, worden tegenslagen op de beurs eerder gevoeld door deelnemers. Desondanks heeft Pensioenfonds ING bij de huidige hoge dekkingsgraad extra mogelijkheden om toch een goede stabiliteit te bieden. Ten eerste door de solidariteitsreserve maximaal te vullen. Ten tweede door een stuk van de huidige buffers in ieders persoonlijke potje te stoppen, zodat elke deelnemer een eigen extra bescherming heeft.  Garanties zijn er – zowel in het huidige als nieuwe stelsel – dus niet te geven, maar wij verwachten dat een extra verhoging van uw pensioen sneller mogelijk zal zijn.

Buffer

De buffer van het fonds kunt u aflezen uit de beleidsdekkingsgraad. Die kunt u hier vinden. De buffer is in feite alles boven de 100%, want bij 100% is er precies genoeg vermogen om aan de verplichtingen te voldoen.

Strikt genomen niet helemaal: de gezamenlijke buffer bedraagt een percentage van het totaal van de persoonlijke potjes, maar als het Fonds krimpt (en dus ook het totaal van persoonlijke potjes afneemt), wordt het absolute bedrag van de gezamenlijke reserve ook steeds kleiner. Voor zover beleggingsopbrengsten niet meer nodig zijn om die procentuele reserve op peil te houden komt het meerdere ten goede aan de persoonlijke potjes en daarmee aan het pensioen.

De gezamenlijke buffer bedraagt een percentage van het totaal van de persoonlijke potjes. Als het fonds krimpt (en dus ook het totaal van persoonlijke potjes afneemt), wordt het absolute bedrag van de gezamenlijke reserve ook steeds kleiner. Heel extreem geredeneerd: als er nog maar 1 deelnemer over zou zijn met een persoonlijke pot van 10.000 euro dan is de ‘gezamenlijke’ reserve op dat moment niet meer dan 15% van 10.000 = 1.500 euro. Als die deelnemer overlijdt, blijft er dus nog maar 1.500 euro onverdeeld vermogen over. In het huidige stelsel zouden buffers wél onbeperkt door kunnen groeien, omdat het Fonds de buffers niet meer kan uitdelen dan wat er aan indexatie verleend kan worden. In het nieuwe stelsel mag de buffer niet meer bedragen dan genoemd percentage. Het meerdere dat het Fonds verdient op de beurs moet uitgedeeld worden over alle deelnemers.

Dat kunnen we helaas nu nog niet precies vertellen. Vooropgesteld: eerst zullen sociale partners (werkgevers en vakbonden) moeten beslissen of ze Pensioenfonds ING verzoeken om over te gaan naar het nieuwe pensioenstelsel. Als het zover komt, zult u vervolgens nog een tijd geduld moeten hebben. Pas op het moment van de daadwerkelijke omzetting (bij een overgang gepland voor medio 2026) is de hoogte van de dekkingsgraad bekend. Die hoogte is bepalend voor de precieze omvang van elk persoonlijk potje en daarmee ook van het pensioen. De huidige positie is zeer goed (dekkingsgraad van meer dan 150%), het is de kunst die dekkingsgraad ook zo goed mogelijk op peil te houden richting 2026. Hoe hoger de dekkingsgraad, hoe hoger het deel is dat we aan de deelnemers kunnen geven.

Het ontwerp van het nieuwe stelsel is er sterk op gericht om minder geld ‘op te sparen’ en in plaats daarvan aan de deelnemers te geven. Uiteraard betekent dit wel dat risico’s sterker bij de deelnemers worden neergelegd. Immers, als we minder bescherming aanhouden, worden tegenslagen op de beurs eerder gevoeld door deelnemers. Desondanks heeft Pensioenfonds ING bij de huidige hoge dekkingsgraad extra mogelijkheden om toch een goede stabiliteit te bieden. Ten eerste door de solidariteitsreserve maximaal te vullen. Ten tweede door een stuk van de huidige buffers in ieders persoonlijke potje te stoppen, zodat elke deelnemer een eigen extra bescherming heeft. Als we kijken naar de huidige buffers van het Fonds (meer dan 50% buffer), dan geldt dat het Fonds niet méér van die buffers kan uitdelen dan aan indexatie gegeven kan worden. Dat zijn de huidige wettelijke regels. Daardoor kunnen buffers sterker oplopen dan het Bestuur wenselijk of nodig acht.

Als Pensioenfonds ING overgaat naar het nieuwe pensioenstelsel zal de verdeling van de buffer direct bij overgang plaatsvinden. Wat u daarvan als deelnemer merkt, heeft echter zowel een directe als een geleidelijk merkbare impact. Een deel kan, gelijk bij het moment van overgang, worden ingezet voor een directe verhoging van de pensioenen. Een ander deel wordt toebedeeld aan een ‘verborgen reserve’ binnen de persoonlijke potjes. Die ‘verborgen reserve’ dient ervoor om de kans te vergroten dat uw pensioen in de daaropvolgende jaren (tenminste) de prijsinflatie kan bijhouden. Deze invulling (en de hoogte daarvan) hangen overigens wel af van de dekkingsgraad van het Fonds op het moment van overstappen. Op dit moment is de dekkingsgraad erg ruim (meer dan 150%). Bij deze stand van de dekkingsgraad kunnen de genoemde maatregelen worden uitgevoerd. Het is dus de kunst om de dekkingsgraad zo goed mogelijk op peil te houden de komende jaren.

Persoonlijke pensioenpot

Bij overlijden vervalt het persoonlijke pensioenpotje aan de algemene middelen van het Fonds. Wel is er mogelijk recht op wezenpensioen. Dit is overigens ook nu zo. Op deze manier kunnen namelijk risico’s van langer of korter leven (dan gemiddeld) goedkoper met elkaar verzekerd worden.

Risico’s van langer of juist korter leven dan gemiddeld worden door het collectief verzekerd. Dit is overigens net zoals dat in het huidige stelsel gebeurt. Dit soort risico’s heeft geen effect op uw persoonlijke pensioenpot.

Kritiek op het nieuwe pensioenstelsel

Geen enkel pensioensysteem is in alle opzichten perfect. Ook het nieuwe stelsel heeft nadelen. De techniek is bijvoorbeeld gecompliceerd. Wij hopen echter het zo goed mogelijk uit te leggen. Daarnaast is het nieuwe stelsel er sterk op gericht om minder geld ‘op te sparen’ en dit in plaats daarvan aan de deelnemers te geven. Uiteraard betekent dit wel dat risico’s sterker bij de deelnemers worden neergelegd. Immers, als we minder bescherming aanhouden, worden tegenslagen op de beurs eerder gevoeld door de deelnemers. Desondanks heeft Pensioenfonds ING bij de huidige hoge dekkingsgraad extra mogelijkheden om toch een goede stabiliteit te bieden. Ten eerste door de solidariteitsreserve maximaal te vullen. Ten tweede door een stuk van de huidige buffers in ieders persoonlijke potje te stoppen, zodat elke deelnemer een eigen extra bescherming heeft. De kritiek op het nieuwe stelsel voor wat betreft de gevoeligheid voor financiële tegenvallers geldt daarom veel minder als het fonds een goede dekkingsgraad heeft zoals Pensioenfonds ING, omdat we beter in staat zijn stabiele pensioenen te geven.

Bijna met pensioen

Bij een overgang naar het nieuwe pensioenstelsel gaan alle pensioenen over. Dus ook de pensioenen die in de jaren daarvóór zijn ingegaan.

In het beoogde ontwerp van de nieuwe regeling zitten waarborgen voor het op peil houden van ieders persoonlijke pensioen: via een ‘verborgen buffer’ binnen het eigen pensioenpotje en via de solidariteitsreserve. Niettemin kan er sprake zijn van een of meerdere financiële crises vlak voor pensioeningang, maar ook dan kan die deelnemer bij pensioeningang genieten van de voordelen van de solidariteitsreserve als het Fonds ervoor kiest om mee- en tegenvallers over een aantal jaren te spreiden. In dat geval kan de bijna-gepensioneerde een deel van zijn verliezen afwentelen op het collectief van de uitkeringsfase. Niettemin, dit risico is in beeld bij het Bestuur en bij het ontwerp van de eventuele nieuwe pensioenregeling zal hier in het bijzonder naar gekeken worden.

Wij begrijpen uw vraag. Bij projecties die voorbij de horizon liggen van een mogelijke overgang naar het nieuwe pensioenstelsel, zoals bij u het geval is, kan de situatie tegen die tijd behoorlijk afwijken. Het is de bedoeling dat hoog-laagconstructies ook in het nieuwe stelsel mogelijk blijven. Omdat de pensioenen waarop zo’n constructie gebaseerd is in dat geval veranderen, kunnen de uitkomsten tegen die tijd anders uitpakken. Wij raden u aan te zijner tijd een nieuwe doorrekening te (laten) maken.

Hoewel garanties niet te geven zijn, is de dekkingsgraad van Pensioenfonds ING de afgelopen jaren nooit in de gevarenzone geweest. De kans dat u niet uw pensioen kan inkopen, is uiterst klein. Die kans wordt niet hoger of lager als u vervroegd met pensioen gaat. Bij een eventuele overgang naar het nieuwe pensioenstelsel, varen alle pensioenen in, ook de pensioenen die al zijn ingegaan.

Positie pensioengerechtigden

Het nieuwe stelsel kent geen individueel instemmingsrecht, ook niet voor pensioengerechtigden. Verenigingen van pensioengerechtigden hebben wel een hoorrecht bij de werkgever, als die van plan is een verzoek te doen om over te gaan. Dat betekent dat de mening van pensioengerechtigden gehoord wordt via de vereniging van oud-medewerkers ING of NN.

Bij een overgang naar het nieuwe pensioenstelsel gaan alle pensioenen over. Dus ook de pensioenen die al ingegaan zijn.

Bij een eventuele overgang naar het nieuwe pensioenstelsel wordt een deel van de buffers van Pensioenfonds ING toegekend aan ieders individuele pensioenpotje. Daarmee wordt uw pensioen dus verhoogd. Het is echter nog te vroeg om aan te geven welke percentages dit betreft. Pas na een verzoek van de sociale partners (werkgevers en vakbonden) om over te gaan naar het nieuwe stelsel zullen deze berekeningen worden gemaakt. Iedere deelnemer ontvangt daarna een persoonlijk financieel overzicht van Pensioenfonds ING met daarin een toelichting. Garanties zijn er zowel in het huidige als nieuwe stelsel niet te geven, maar wij verwachten dat een extra verhoging van uw pensioen sneller mogelijk zal zijn

Ja, dat kan inderdaad het gevolg zijn. Zeker bij de huidige dekkingsgraden (meer dan 150%) kan dat. Het is daarom van belang om, richting het eventuele moment van overgang, de dekkingsgraad op peil te houden. De hoogte van die dekkingsgraad is bepalend voor de precieze omvang van elk persoonlijk potje en daarmee ook van het pensioen.

Vooropgesteld: er is nog geen sprake van overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Belangrijk om daarbij aan te geven is dat niet Pensioenfonds ING, maar de sociale partners (werkgevers en vakbonden) de zwaarste stem hebben als we praten over een eventuele overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Zij besluiten of ze Pensioenfonds ING (ook al is het een gesloten Fonds) zullen verzoeken om over te gaan naar het nieuwe stelsel.
Het ontwerp van het nieuwe stelsel is er sterk op gericht om minder geld ‘op te sparen’ en in plaats daarvan aan de deelnemers te geven. Uiteraard betekent dit wel dat risico’s vanaf dan inderdaad meer bij de deelnemers worden neergelegd. Immers, als we minder bescherming aanhouden, worden tegenslagen op de beurs eerder gevoeld door de deelnemers. Desondanks heeft Pensioenfonds ING bij de huidige hoge dekkingsgraad extra mogelijkheden om toch een goede stabiliteit te bieden. Ten eerste door de solidariteitsreserve maximaal te vullen. Ten tweede door een stuk van de huidige buffers in ieders persoonlijke potje te stoppen, zodat elke deelnemer een eigen extra bescherming heeft. Ook verwachten we niet dat het Fonds ineens een heel ander beleggingsbeleid zal voeren dan het voorzichtige beleid dat we tot nog toe voeren. Door al deze maatregelen zullen de pensioenen niet zomaar fluctueren met de stand van de beurs.
Ook bij het niet overgaan naar het nieuwe stelsel ziet het Bestuur een aantal nadelen. Ten eerste dat er dan mogelijk veel geld ‘onbesteed’ in het Fonds achterblijft (waar we alle buffers in het nieuwe stelsel wel kwijt kunnen). Ten tweede de toekomstbestendigheid van de regeling: het Bestuur is bezorgd dat het op termijn niet meer vanzelfsprekend is dat de huidige pensioenregeling uitgevoerd kan worden, als ‘regeling uit het verleden’.

Besluitvorming

Tot nu toe is er nog geen verzoek tot invaren van de sociale partners aan Pensioenfonds ING gedaan. Op het moment dat dat gebeurt, heeft Pensioenfonds ING – net als alle andere pensioenfondsen in Nederland – tot 1 januari 2028 om over te gaan naar het nieuwe stelsel. We gaan ervan uit dat sociale partners nog in 2023 hun intenties kenbaar zullen maken. We houden u hiervan op de hoogte.